BNB 2018/62
Onroerendezaakbelasting. Vakantiepark met kampeerterrein en recreatiewoningen. Begrip ‘in hoofdzaak tot woning dienen’
HR 05-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:3, m.nt. J.A. Monsma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 januari 2018
- Magistraten
Mrs. Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
17/02317
- Noot
J.A. Monsma
- JCDI
JCDI:ADS928333:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:3, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑06‑2017
- Wetingang
Art. 220 onderdeel a, en art. 220a lid 2 Gemeentewet
Essentie
Onroerendezaakbelasting. Vakantiepark met kampeerterrein en recreatiewoningen. Begrip ‘in hoofdzaak tot woning dienen’
Samenvatting
Belanghebbende is eigenaar van een vakantiepark met recreatiewoningen en een kampeerterrein. Het park bevat diverse voorzieningen. Het vakantiepark is voor de Wet WOZ als één onroerende zaak aangemerkt. Voor het Hof was in geschil of die onroerende zaak in hoofdzaak tot woning dient. Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord. Het heeft overwogen dat de recreatiewoningen naar aard en inrichting zowel bestemd als geschikt zijn om enigszins duurzaam voor menselijke bewoning te dienen en daarom zijn aan te merken als woning, en voorts dat de waarde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.