BNB 2016/42
Verdedigingsbeginsel bij aanslag die geen uitvoering geeft aan unierechtelijke bepalingen. Toepassing art. 6 EVRM op belastinggeschillen. Onderzoek ter plaatse. In hoger beroep bijgebracht bewijs
HR 13-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3270, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 2015
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Vliet, Punt, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/05684
- Noot
P.G.H. Albert
- JCDI
JCDI:ADS922877:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2015
ECLI:NL:HR:2015:3270, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2015
- Wetingang
Europeesrechtelijk verdedigingsbeginsel; art. 4:8, 4:12, 8:50 lid 1 en 8:77 Awb; art. 6 EVRM
Essentie
Verdedigingsbeginsel bij aanslag die geen uitvoering geeft aan unierechtelijke bepalingen. Toepassing art. 6 EVRM op belastinggeschillen. Onderzoek ter plaatse. In hoger beroep bijgebracht bewijs
Samenvatting
Belanghebbende hield middellijk alle aandelen in Bouw BV. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek door de FIOD-ECD heeft de Inspecteur zich op het standpunt gesteld dat Bouw BV omzet heeft gerealiseerd die zij niet in haar aangiften heeft verantwoord en dat zij de hieruit voortgevloeide winst aan belanghebbende heeft uitgedeeld. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de door belanghebbende in contanten ontvangen bedragen terecht als omzet van Bouw BV zijn aangemerkt en heeft de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.