RvdW 2014/1111
Ontoereikend bewijs voorbedachte raad.
HR 23-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2761
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 september 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04559
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2761, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1752, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑01‑2014
- Wetingang
Art. 302 Sr NA
Essentie
De bewezenverklaring van de voorbedachte raad is onvoldoende gemotiveerd nu uit de bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid wanneer bij de verdachte het voornemen ontstond de twee slachtoffers van het leven te beroven en niet duidelijk is op grond waarvan het hof, dat geen nadere bewijsoverweging heeft opgenomen, heeft geoordeeld dat de verdachte voldoende gelegenheid had na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven en dat geen sprake was van een onmiddellijke gemoedsbeweging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.