BNB 2015/175
Waarde van verhuurde bovenwoning waarop huurbescherming van toepassing is. Leegwaarderatio onverbindend als uitkomst in betekenende mate afwijkt van werkelijke waarde op WOZ-waardepeildatum
HR 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1171, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2015
- Magistraten
Mrs. Numann, Streefkerk, Snijders, De Groot, Polak
- Zaaknummer
14/01504
- Conclusie
A-G Hammerstein
- Noot
E.J.W. Heithuis
- JCDI
JCDI:ADS921500:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1171, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2461, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2014
- Wetingang
Art. 5.20 lid 3 Wet IB 2001; art. 17a Uitv.besl. IB 2001
Essentie
Waarde van verhuurde bovenwoning waarop huurbescherming van toepassing is. Leegwaarderatio onverbindend als uitkomst in betekenende mate afwijkt van werkelijke waarde op WOZ-waardepeildatum
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 1997 een woning gekocht, waarvan de bovenwoning was verhuurd. De huur valt onder het regime van voor de liberalisering. De huur mag jaarlijks maximaal worden geïndexeerd met een wettelijk vastgesteld percentage. De bovenwoning is voor de rendementsgrondslag van box 3 in aanmerking genomen voor de WOZ-waarde, vermenigvuldigd met de leegwaarderatio (60%) om rekening te gehouden met de verhuurde staat. Aldus is de bovenwoning voor het jaar 2010 in aanmerking genomen voor een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.