NJB 2021/289
Voeging. In een geding van A tegen B laat de rechtbank C toe als gevoegde partij aan de zijde van B. De rechtbank wijst de vordering gedeeltelijk toe. B stelt hoger beroep in. C stelt zelf niet hoger beroep in, maar vordert in hoger beroep opnieuw te worden toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van B. Is C ontvankelijk in die vordering? Hoge Raad: De omstandigheid dat C ervan heeft afgezien zelf hoger beroep in te stellen, staat niet eraan in de weg dat hij zich, bij voldoende belang, in hoger beroep wederom aan de zijde van B voegt
HR 15-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:43
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 januari 2021
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/03778
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:43, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:915, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2020
ECLI:NL:HR:2020:601, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1242, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2019
- Wetingang
(art. 217 Rv)
Essentie
Voeging. In een geding van A tegen B laat de rechtbank C toe als gevoegde partij aan de zijde van B. De rechtbank wijst de vordering gedeeltelijk toe. B stelt hoger beroep in. C stelt zelf niet hoger beroep in, maar vordert in hoger beroep opnieuw te worden toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van B. Is C ontvankelijk in die vordering? Hoge Raad: De omstandigheid dat C ervan heeft afgezien zelf hoger beroep in te stellen, staat niet eraan in de weg dat hij zich, bij voldoende belang, in hoger beroep wederom aan de zijde van B ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.