RvdW 2021/1099:Bedreiging (art. 285 lid 1 Sr) en belediging van ambtenaar, meermalen gepleegd (art. 266 lid 1 jo. 267 lid 2 Sr). Vordering tot tenuitvoerlegging en bevelen van vervangende hechtenis die duur van niet tenuitvoergelegde vrijheidsstraf overstijgt, art. 6:6:21 Sv en 22d Sr. Omzetting 2 weken voorwaardelijke gevangenisstraf in taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis. Wet voorziet niet in mogelijkheid dat rechter zal gelasten dat vrijheidsstraf zal worden tenuitvoergelegd die van langere duur is dan niet tenuitvoergelegde straf. Redelijke wetsuitleg brengt mee dat het rechter ook niet vrij staat, als hij o.g.v. art. 6:6:21 lid 2 Sv in plaats van t.u.l. van vrijheidsstraf de t.u.l. van taakstraf gelast, vervangende hechtenis te bevelen waarvan duur langer is dan duur van niet tenuitvoergelegde vrijheidsstraf (vgl. RvdW 2018/713). Het bevelen van een vervangende hechtenis waarvan de duur die van de niet tenuitvoergelegde vrijheidsstraf overstijgt, vormt een onmiddellijk kenbare fout die zich voor eenvoudig herstel leent door de rechter(s) die op de zaak heeft/hebben gezeten overeenkomstig NJ 2012/248 en NJ 2012/490, welke wijze van herstel de voorkeur verdient. Volgt vernietiging wat betreft duur van vervangende hechtenis t.a.v. bevolen t.u.l. van taakstraf.