NJ 2017/7
Hennep, afkomstig van de teelt van niet meer dan vijf hennepplanten; ontvankelijkheid OM in de vervolging.
HR 13-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2850
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 december 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/00855
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154165:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2850, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1248, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑11‑2015
- Wetingang
Art. 3, 11 Opw; Aanwijzing Opiumwet (2015A003)
Essentie
In de woning van verdachte waren 4,1 kilogram hennepresten aangetroffen die volgens de verdachte afkomstig waren van vijf hennepplanten die in de tuin hadden gestaan. Volgens de Aanwijzing Opiumwet wordt de teelt van niet meer dan vijf hennepplanten, ongeacht de hoeveelheid of het gewicht van de opbrengst daarvan, in principe met een politiesepot afgedaan. Oordeel dat het OM ontvankelijk is in de vervolging omdat geen sprake was van een geringe hoeveelheid bestemd voor eigen gebruik geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.