RvdW 2014/195
Verlies van hoedanigheid van advocaat door schrapping van het tableau; schorsing van rechtswege van het rechtsgeding op voet art. 226 Rv; nietigheid nadien verrichte rechtshandelingen; vereiste van geleden nadeel door partij die nietigheid inroept.
HR 24-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:146
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 januari 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
13/00201
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:146, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2012
- Wetingang
Art. 225 lid 3, 226 Rv
Essentie
Verlies van hoedanigheid van advocaat door schrapping van het tableau; schorsing van rechtswege van het rechtsgeding op voet art. 226 Rv; nietigheid nadien verrichte rechtshandelingen; vereiste van geleden nadeel door partij die nietigheid inroept.
Het verlies van de hoedanigheid van advocaat door schrapping van het tableau heeft tot gevolg dat het rechtsgeding op grond van art. 226 lid 1 Rv van rechtswege is geschorst en dat nadien verrichte proceshandelingen nietig zijn (art. 226 lid 2 Rv in verbinding met art. 225 lid 3 Rv). In dit geval is voldaan aan het voor een geslaagd beroep op die nietigheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.