Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen (WPPT) (1996)
Artikel 3 Gerechtigden tot de in dit Verdrag voorziene bescherming
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2002
- Bronpublicatie:
20-12-1996, Trb. 1998, 248 (uitgifte: 06-11-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-05-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-10-2003, Trb. 2003, 162 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Verdragsluitende Partijen verlenen de in dit Verdrag voorziene bescherming aan de uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen die onderdaan zijn van andere Verdragsluitende Partijen.
2.
Onder ‘onderdanen van andere Verdragsluitende Partijen’ dient te worden verstaan de uitvoerende kunstenaars of producenten van fonogrammen die zouden voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor de in het Verdrag van Rome voorziene bescherming, indien alle Verdragsluitende Partijen bij dit Verdrag Verdragsluitende Staten bij dat Verdrag zouden zijn. Met betrekking tot deze criteria passen de Verdragsluitende Partijen de relevante begripsbepalingen van artikel 2 van dit Verdrag toe.
3.
ledere Verdragsluitende Partij die gebruik maakt van de mogelijkheden voorzien in artikel 5, derde lid, van het Verdrag van Rome of, voor de toepassing van artikel 5 van dat Verdrag, in artikel 17 daarvan, richt een kennisgeving als voorzien in die bepalingen aan de Directeur-Generaal van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO).