Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen (WPPT) (1996)
Artikel 2 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2002
- Bronpublicatie:
20-12-1996, Trb. 1998, 248 (uitgifte: 06-11-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-05-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-10-2003, Trb. 2003, 162 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van dit Verdrag:
- a.
wordt onder ‘uitvoerende kunstenaars’ verstaan acteurs, zangers, musici, dansers en andere personen die acteren, zingen, reciteren, declameren, spelen, vertolken of anderszins werken van letterkunde of kunst of uitingen van folklore uitvoeren;
- b.
wordt onder ‘fonogram’ verstaan de vastlegging van de geluiden van een uitvoering of van andere geluiden, of van een weergave van geluiden anders dan in de vorm van een vastlegging, opgenomen in een cinematografisch werk of een ander audiovisueel werk;
- c.
wordt onder ‘vastlegging’ verstaan de opname van geluiden of van de weergave daarvan, door middel waarvan deze kunnen worden waargenomen, gereproduceerd of medegedeeld door middel van een toestel;
- d.
wordt onder ‘producent van een fonogram’ verstaan de natuurlijke of rechtspersoon die het initiatief neemt tot en verantwoordelijk is voor de eerste vastlegging van de geluiden van een uitvoering of andere geluiden, of van de weergave van geluiden;
- e.
wordt onder ‘publicatie’ van een vastgelegde uitvoering of een fonogram verstaan het met toestemming van de houder van de rechten aanbieden van exemplaren van de vastgelegde uitvoering of het fonogram aan het publiek, mits deze exemplaren het publiek in een redelijke hoeveelheid worden aangeboden;
- f.
wordt onder ‘uitzending’ verstaan de transmissie langs draadloze weg van geluiden of van beelden en geluiden of van de weergaven daarvan voor ontvangst door het publiek; een dergelijke transmissie per satelliet wordt eveneens onder ‘uitzending’ begrepen; de transmissie van gecodeerde signalen geldt als ‘uitzending’ wanneer de middelen voor decodering aan het publiek worden geleverd door of met toestemming van de omroeporganisatie;
- g.
wordt onder ‘mededeling aan het publiek’ van een uitvoering of een fonogram verstaan de overdracht aan het publiek door elk medium anders dan door uitzending, van geluiden van een uitvoering of de op een fonogram vastgelegde geluiden of weergaven van geluiden. Voor de toepassing van artikel 15 wordt onder ‘mededeling aan het publiek’ mede verstaan het voor het publiek hoorbaar maken van de op een fonogram vastgelegde geluiden of weergaven van geluiden.