RvdW 2010, 330
Ruilverkaveling; Landinrichtingswet (oud); overgangsrecht. Bezwaren tegen lijst der geldelijke regelingen; kosten kavelaanvaardingswerkzaamheden; waardevermindering; gespecificeerde opgave kosten van landinrichting?
HR 19-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4463
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 februari 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02056
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BK4463
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK4463, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK4463, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2008
- Wetingang
Liw art. 185, 198, 212, 216, 222, 223; Wet inrichting landelijk gebied art. 95
Essentie
Ruilverkaveling; Landinrichtingswet (oud); overgangsrecht. Bezwaren tegen lijst der geldelijke regelingen; kosten kavelaanvaardingswerkzaamheden; waardevermindering; gespecificeerde opgave kosten van landinrichting?
De Landinrichtingswet (Liw), die m.i.v. 1 januari 2007 is ingetrokken en vervangen door de Wet inrichting landelijk gebied, is o.g.v. de overgangsbepaling van art. 95 lid 2 van laatstgenoemde wet in casu van toepassing gebleven nu het gaat om een landinrichtingsproject waarin reeds vóór 1 januari 2007 toepassing is gegeven aan art. 198 Liw.
Op het bezwaar dat in de lijst der geldelijke regelingen te hoge kosten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.