NJ 2016/111
Kopschopperzaak Eindhoven: uitzending beelden misdrijf ernstige inbreuk op privacy verdachte.
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3024, m.nt. B.E.P. Myjer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/01889
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
B.E.P. Myjer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124141:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Privacy / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht / Grondrechten
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3024, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1198, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2014
- Wetingang
Essentie
Kopschopperszaak in Eindhoven. De HR geeft richtlijnen voor de beantwoording van de vraag of het publiceren van privacygevoelige informatie ten behoeve van de opsporing — i.c. het verstrekken van de camerabeelden van het geweldsincident aan Omroep Brabant en het integraal doen vertonen daarvan op televisie — (een gerechtvaardigde) inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene betreft. De beginselen van een behoorlijke procesorde hoeven daarbij niet betrokken te worden, evenmin als de factoren van art. 359a lid 2 Sv.
Het hof kon oordelen dat de (ernstige) schending van de persoonlijke levenssfeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.