Einde inhoudsopgave
Algemene nabestaandenwet
Artikel 18 [Inkomenstoets]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Redactionele toelichting
Herstel van de wijziging van 29-03-2012, Stb. 198.
- Bronpublicatie:
28-03-2013, Stb. 2013, 115 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken: 33318)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2013, Stb. 2013, 116 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt behalve voor zover het betreft personen die voor 29-03-2013 recht hebben op een halfwezenuitkering in werking op 01-07-2013 en voor zover het betreft personen die voor 29-03-2013 recht hebben op een halfwezenuitkering op 01-10-2013.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
1.
Op de nabestaandenuitkering wordt inkomen in mindering gebracht.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt van het inkomen uit arbeid buiten aanmerking gelaten:
- a.
een bedrag gelijk aan 50% van het bruto-minimumloon, alsmede
- b.
voor zover het inkomen uit arbeid meer bedraagt dan het in onderdeel a bedoelde bedrag, een derde gedeelte van dat meerdere.
3.
In afwijking van het tweede lid wordt in de maand waarin de nabestaande de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, het bruto-minimumloon, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, vermenigvuldigd met de factor X/Y, waarbij:
- —
X staat voor het aantal dagen gelegen in de maand waarin de nabestaande de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, voordat de nabestaande deze leeftijd heeft bereikt, en
- —
Y staat voor het aantal dagen van de maand waarin de nabestaande de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
4.
Voor een nabestaande die woont buiten Nederland, een van de andere lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en Zwitserland, wordt, in afwijking van het tweede lid, een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het op grond van dat lid vastgestelde bedrag buiten aanmerking gelaten. Het percentage wordt zo bepaald dat het een weergave is van de verhouding tussen het kostenniveau van het land waar de nabestaande woonachtig is en dat van Nederland. Het percentage bedraagt maximaal 100.