NJ 2017/161
Marktplaatsoplichting: ontoereikend bewijs samenweefsel van verdichtsels.
HR 10-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:22, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 januari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. Van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, M.J. Borgers
- Zaaknummer
14/03099
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124310:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:22, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:638, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2015
- Wetingang
Art. 326 Sr
Essentie
Marktplaatsoplichting. De enkele (leugenachtige) mededeling van de verdachte aan de afnemers van door hem op marktplaats.nl aangeboden goederen, dat hij die goederen zou opsturen na ontvangst van de koopsom is onvoldoende voor het oordeel dat de verdachte de slachtoffers door een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 28 mei 2014, nummer 21/001934-12, in de strafzaak tegen: K. Adv.: mr. A.C. Huisman, te Deventer.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)