Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954
Artikel 25 [Cassatie bij toewijzing]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 313 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken: 32891)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 314 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
1.
Beroep in cassatie van de beschikking der rechtbank, waarbij de uitspraak is uitvoerbaar verklaard, kan worden ingesteld binnen veertien dagen na de betekening door een daartoe strekkende schriftelijke verklaring ter griffie van de rechtbank, die de beschikking heeft genomen.
2.
De middelen, waarop het beroep steunt, worden in de verklaring opgenomen, of uiteengezet in een nader verzoekschrift, binnen veertien dagen na aantekening van het beroep te richten tot de Hoge Raad.
3.
Binnen drie dagen geeft de griffier van de rechtbank, die de aangevallen beschikking heeft genomen, van dit beroep per aangetekende brief kennis aan de partij die het verzoek heeft gedaan, en zendt aan de Hoge Raad de overgelegde stukken met een afschrift van de aangevallen beschikking en van de aantekening van het beroep.