NJ 2011/495
Cassatietechniek bij onvolledig procesdossier. Procesreglement HR.
HR 28-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO6704, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2011
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
09/03065
- Conclusie
A-G Knigge
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BO6704
- JCDI
JCDI:ADS161416:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO6704, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO6704, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2010
- Wetingang
Sv art. 434 lid 1; Procesreglement van de Strafkamer van de Hoge Raad (Stcrt. 2008, 147) art. IV lid 3
Essentie
Art. IV lid 3 van het Procesreglement van de Strafkamer van de Hoge Raad (Stcrt. 2008, 147) verplicht de raadsman die vaststelt dat de processtukken niet volledig zijn tijdig aan de rolraadsheer om aanvulling te vragen. Zonder een dergelijk verzoek kunnen middelen die berusten op de onvolledigheid van de stukken, niet slagen. Onder bedoelde onvolledigheid valt ook het ontbreken van de aanvulling met de bewijsmiddelen bij een verkort arrest.
Samenvatting
In art. IV lid 3 is eerdere rechtspraak gecodificeerd (te beginnen met HR 14 november 2000 LJNAA8296). De in deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.