RFR 2015/94
Familieprocesrecht. Wanneer kan worden teruggekomen op een bindende eindbeslissing? Was het verweer nog op tijd?
HR 08-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1224 (Gezamenlijk bewoonde woning)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 mei 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/00363
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Gezamenlijk bewoonde woning
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921254:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1224, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:76, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2013
- Wetingang
Art. 358 Rv e.v.
Essentie
Familieprocesrecht.
Wanneer kan worden teruggekomen op een bindende eindbeslissing? Was het verweer nog op tijd?
Samenvatting
In deze verdelingszaak streden gewezen samenwoners over de waarde van een gemeenschappelijke woning. Zij verschillen van mening over de vraag of de woning als ‘burgerwoning’ dan wel als bedrijfswoning heeft te gelden. Het hof heeft geoordeeld dat de man bij memorie van grieven, ter ondersteuning van zijn stelling dat het appartement een bedrijfswoning is, een brief van de gemeente heeft overgelegd waarin zijn stelling wordt onderschreven. De vrouw heeft in haar memorie van antwoord die stelling en die brief niet weersproken. Het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.