V-N Vandaag 2021/2935
Bancaire instelling mag bij berekening pro rata volgens A-G niet afwijken van ‘klassieke methode’
HR (A-G) 09-11-2021, ECLI:NL:PHR:2021:1054
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
9 november 2021
- Zaaknummer
20/01521
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑11‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1608, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1054, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat X de pro rata-aftrek niet op basis van het werkelijke gebruik kan bepalen. Als een beroep wordt gedaan op de bankenresolutie moet de berekening plaatsvinden met toepassing van de omzetmethode. Anderszins is sprake van een niet-toegestane methode (de sectormethode of een duale methode).
Samenvatting
X is een bancaire instelling. Zij brengt de BTW op haar gemengd gebruikte goederen en/of diensten pro rata in aftrek. X stelt het pro rata-aftrekpercentage daarbij vast op basis van de verhouding tussen haar BTW-belaste omzet en haar totale omzet (de ‘klassieke methode’). Om beter inzicht te krijgen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.