RAV 2011/64
Bewijsrecht. Verandert de bewijskracht van een verklaring van een getuige die in eerste aanleg partij was indien hij in hoger beroep geen partij meer is?
HR 25-03-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BO5804
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/04546
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BO5804
- JCDI
JCDI:ADS908728:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5804, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5804, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2009
- Wetingang
Essentie
Bewijsrecht.
Verandert de bewijskracht van een verklaring van een getuige die in eerste aanleg partij was indien hij in hoger beroep geen partij meer is?
Samenvatting
Westening, Weslo en Noordlaan hadden een geschil met Stichting Utrechtse Werkbedrijven (hierna: Stichting UW) waarover zij een procedure waren begonnen die zij in eerste aanleg hadden verloren. Kraaij, statutair directeur van Noordlaan, had in die procedure een getuigenverklaring afgelegd in het voordeel van Westening, Weslo en Noordlaan. Deze verklaring was in eerste aanleg aangemerkt als partijgetuigenverklaring en had daardoor minder bewijskracht. Westening heeft zijn advocaat laten weten dat hij hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.