NJ 2012/604
Auteursrecht; uitleg reciprociteitscriterium art. 7 lid 2 Berner Conventie; abstracte of concrete toetsing?; stelplicht en bewijslast. Merkenrecht; vormmerk; onvoldoende onderscheidend vermogen? Slaafse nabootsing; restrictieve toepassing art. 14 lid 8 BTMW (oud)?; art. 10bis Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom; rechtstreekse werking?; overgangsrecht art. 14 lid 1 en lid 8 BTMW (oud); Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan BenGH.
HR 28-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR3059, m.nt. P.B. Hugenholtz (MAG/Edco)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser, G. Snijders
- Zaaknummer
10/00642
- Conclusie
A-G mr. D.W.F. Verkade
- Noot
P.B. Hugenholtz
- LJN
BR3059
- Roepnaam
MAG/Edco
- JCDI
JCDI:ADS161551:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR3059, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR3059, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2010
- Wetingang
BTMWart. 14; Berner Conventie art. 2; Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom van 20 maart 1883 art. 10bis
Essentie
Auteursrecht; uitleg reciprociteitscriterium art. 7 lid 2 Berner Conventie; abstracte of concrete toetsing?; stelplicht en bewijslast. Merkenrecht; vormmerk; onvoldoende onderscheidend vermogen? Slaafse nabootsing; restrictieve toepassing art. 14 lid 8 BTMW (oud)?; art. 10bis Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom; rechtstreekse werking?; overgangsrecht art. 14 lid 1 en lid 8 BTMW (oud); Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan BenGH.
De materiële reciprociteitstoets van art. 2 lid 7 Berner Conventie strekt ertoe dat aan een voorwerp als werk van toegepaste kunst auteursrechtelijk geen bescherming wordt gebonden als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.