Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds
Artikel 125 Werkingssfeer en definities
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 160 (uitgifte: 21-08-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-08-2017, Trb. 2017, 147 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Deze onderafdeling bevat de beginselen van het regelgevingskader voor alle financiële diensten die ingevolge de afdelingen 2, 3 en 4 van dit hoofdstuk zijn geliberaliseerd.
2.
Voor de toepassing van deze onderafdeling en van de afdelingen 2, 3 en 4 van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a.
‘financiële dienst’: elke dienst van financiële aard, aangeboden door een verlener van financiële diensten uit een partij. Financiële diensten omvatten de volgende activiteiten:
- i.
verzekeringen en daarmee verband houdende diensten:
- 1.
directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering):
- a.
levensverzekering;
- b.
schadeverzekering;
- 2.
herverzekering en retrocessie;
- 3.
verzekeringsbemiddeling, zoals makelaardij en agentschap; en
- 4.
ondersteunende diensten voor verzekeringen, zoals diensten van adviseurs en actuarissen en diensten in verband met risicobeoordeling en de afwikkeling van claims;
- ii.
bankdiensten en andere financiële diensten (behalve verzekeringen):
- 1.
aanvaarding van deposito's en andere terugbetaalbare fondsen van het publiek;
- 2.
alle soorten leningen, waaronder consumentenkrediet en hypotheken, factoring en financiering van commerciële transacties;
- 3.
financiële leasing;
- 4.
alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, waaronder creditcards, betaalkaarten, debetkaarten, reischeques en bankwissels;
- 5.
garanties en verbintenissen;
- 6.
transacties voor eigen rekening of voor rekening van cliënten, op de beurs of op de onderhandse markt of anderszins, ten aanzien van:
- a.
geldmarktinstrumenten (met inbegrip van cheques, effecten en depositocertificaten);
- b.
deviezen;
- c.
derivaten, met inbegrip van termijninstrumenten en opties;
- d.
wisselkoers- en rentetariefinstrumenten, waaronder producten als swaps en rentetermijncontracten;
- e.
verhandelbare effecten;
- f.
andere verhandelbare instrumenten en financiële activa, met inbegrip van edelmetaal;
- 7.
deelneming in de uitgifte van alle soorten effecten, met inbegrip van garantieverlening en plaatsing in de hoedanigheid van agent (openbaar dan wel particulier) en verlening van diensten in verband met deze uitgiften;
- 8.
financiële bemiddeling;
- 9.
beheer van activa, zoals beheer van contanten of portefeuillebeheer, alle vormen van beheer van collectieve investeringen, beheer van pensioenfondsen, diensten aangaande bewaarneming, depositodiensten en fiduciaire diensten;
- 10.
betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa, met inbegrip van waardepapieren, derivaten en andere verhandelbare instrumenten;
- 11.
verstrekking en doorgifte van financiële informatie en verwerking van financiële gegevens en daarop betrekking hebbende software;
- 12.
advies- en bemiddelingsdiensten en andere ondersteunende financiële diensten voor alle onder 1) tot en met 11) vermelde activiteiten, met inbegrip van kredietonderzoek en -analyse, onderzoek en advies aangaande investeringen en beleggingen, advies over overnames, bedrijfsreorganisaties en strategieën;
- b.
‘verlener van financiële diensten’: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon uit een partij die financiële diensten verleent of aanbiedt. Openbare instanties vallen niet onder dit begrip ‘verlener van financiële diensten’;
- c.
‘openbare instantie’:
- 1.
een overheid, centrale bank of monetaire autoriteit van een partij, of een instantie die eigendom is van een partij of onder zeggenschap staat van een partij en die zich in hoofdzaak bezighoudt met de uitvoering van overheidstaken of activiteiten voor overheidsdoeleinden, met uitzondering van instanties die zich in hoofdzaak bezighouden met het verlenen van financiële diensten op commerciële basis; of
- 2.
een particuliere instantie, wanneer deze taken vervult die normalerwijze door een centrale bank of monetaire autoriteit worden vervuld;
- d.
‘nieuwe financiële dienst’: een dienst van financiële aard, zoals diensten in verband met bestaande of nieuwe producten of de wijze waarop een product wordt geleverd, die niet wordt verleend door verleners van financiële diensten op het grondgebied van een partij, doch die op het grondgebied van de andere partij wel wordt verleend.