Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 233a [Heffing op andere wijze]
Geldend
Geldend vanaf 05-02-2005
- Redactionele toelichting
Op grond van art. 12, lid 2, van de Tijdelijke referendumwet is de inwerkingtreding van deze wijziging opgeschort. Inwerkingtreding voorheen: 01-01-2005.
- Bronpublicatie:
23-12-2004, Stb. 2004, 743 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29701)
- Inwerkingtreding
05-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2004, Stb. 2004, 743 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29701)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Indien de gemeentelijke belastingen op andere wijze worden geheven, bepaalt de belastingverordening op welke wijze deze worden geheven en de wijze waarop de belastingschuld aan de belastingplichtige wordt bekendgemaakt. De belastingverordening kan daarnaast bepalen dat het college omtrent de uitvoering van een en ander nadere regels geeft.
2.
De op andere wijze geheven belastingen worden voor de toepassing van de Algemene wet en de Invorderingswet 1990 aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder:
- a.
de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde, het nagevorderde bedrag;
- b.
het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel a bedoelde bedrag;
- c.
de dagtekening van het aanslagbiljet: de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving van het in onderdeel a bedoelde bedrag, of bij gebreke van een schriftelijke kennisgeving, de datum waarop het bedrag op andere wijze ter kennis van de belastingplichtige is gebracht.