RAR 2015/96
Opzegtermijn. Vereist art. 7:672 lid 6 BW dat bij verlenging van de wettelijke opzegtermijn voor de werknemer tevens de opzegtermijn voor de werkgever, schriftelijk wordt overeengekomen?
HR 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1192
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/02969
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920986:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1192, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:159, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2014
- Wetingang
Art. 3:40 lid 2, 7:672 lid 6 BW
Essentie
Opzegtermijn. Schriftelijkheidsvereiste. Vernietigbaarheid.
Vereist art. 7:672 lid 6 BW dat bij verlenging van de wettelijke opzegtermijn voor de werknemer tevens de opzegtermijn voor de werkgever, die niet korter mag zijn dan het dubbele van die voor de werknemer, schriftelijk wordt overeengekomen en zo ja, wat is het rechtsgevolg als dat niet gebeurt?
Samenvatting
Werknemer is op 1 januari 2012 bij Flextronics in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst bevatte het volgende opzegbeding: “Deze arbeidsovereenkomst kan door de werknemer tussentijds worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van twee (2) maanden”. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.