JAR 2018/37
Procesrecht. Kan in meervoudig te beslissen zaken mondelinge behandeling plaatsvinden ten overstaan van een van de drie rechters of raadsheren? HR 31 oktober 2014, NJ 2015/181 en HR 15 april 2016, RvdW 2016/517. Hoofdregel; regels voor afwijkingen van de hoofdregel. Proces-verbaal. Bewijsverrichtingen.
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3264
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05614
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3264, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑11‑2016
- Wetingang
Essentie
Deze zaak betreft de vraag of in een meervoudig te beslissen zaak mondelinge behandeling kan plaatsvinden ten overstaan van een van de drie rechters of raadsheren. Verzoekster tot cassatie heeft, kort gezegd, verzocht verweerster in cassatie te veroordelen aan haar een transitievergoeding te betalen. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, na een mondelinge behandeling ten overstaan van een raadsheer-commissaris, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. Het cassatieberoep richt zich tegen de beslissing van het hof om de mondelinge behandeling ten overstaan van een raadsheer-commissaris te laten plaatsvinden. Aangevoerd wordt dat een rechterlijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.