RI 2016/32
Rangorde. Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rabobank/Verdonk q.q.)
HR 05-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:199 (Rabobank/Verdonk)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/06068
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Rabobank/Verdonk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922917:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:199, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑11‑2014
- Wetingang
Art. 3:277, 6:162 BW; art. 58 Fw
Essentie
Pandhouder. Vereffening. Rangorde.
Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen?
Samenvatting
In het faillissement van Rapsody Shipyard B.V. beroept Rabobank zich op haar pandrecht op vorderingen. Zij neemt de debiteurenincasso zelf ter hand. De curator laat voor nog niet gefactureerde werkzaamheden die waren afgerond voor faillissement, facturen opstellen. Hij incasseert die vorderingen zelf. Rabobank stelt dat de door de curator geïncasseerde vorderingen onder haar pandrecht vallen en vordert van de boedel afdracht van het geïncasseerde. Zij stelt de curator ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.