JOR 2017/164
Prejudiciële beslissing, effectenlease, schadevaststelling
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:773
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/04081
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:773, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:73, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2017
- Wetingang
Richtlijn 93/13/EEG; art. 6:101, 6:333, 6:277, 7A:1576e (oud) BW
Essentie
Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over schadevaststelling bij ontbinding effectenleaseovereenkomsten wegens wanbetaling lessee
Samenvatting
A heeft met Dexia Nederland BV (hierna: Dexia) een vijftal effectenleaseovereenkomsten gesloten. Drie van deze overeenkomsten zijn tussentijds ontbonden en Dexia vordert thans op grond van de bij de overeenkomsten behorende Bijzondere Voorwaarden betaling van de resterende 38 maandtermijnen hetgeen contant gemaakt neerkomt op € 4.764,77 per overeenkomst. Het hof moet onderzoeken of een dergelijk beding als oneerlijk kan worden aangemerkt en heeft in dat kader prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld.
De Hoge Raad overweegt dat bij de schadevaststelling op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.