NJB 2015/1955:Grenzen van de rechtsstrijd. HR: 1. Feitelijke grondslag. Eiseres heeft blijkens de stukken van het geding uitsluitend nakoming gevorderd. Het hof heeft derhalve in strijd met art. 24 Rv gehandeld door de vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking toe te wijzen. 2. Tweeconclusieregel. Het hof heeft niet aan zijn beslissing ten grondslag gelegd dat eiseres/geïntimeerde na het tussenarrest van het hof haar vordering alsnog op ongerechtvaardigde verrijking heeft gebaseerd, en dat in dit bijzondere geval grond bestaat om dit toe te staan, bijvoorbeeld omdat gedaagde/appellant daarin ondubbelzinnig heeft toegestemd, laat staan dat het dit heeft gemotiveerd