Einde inhoudsopgave
Regeling palliatieve terminale zorg
Artikel 3
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31714 (uitgifte: 21-11-2023, regelingnummer: 3709804-1055612-LZ)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31714 (uitgifte: 21-11-2023, regelingnummer: 3709804-1055612-LZ)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een instellingssubsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers kan worden verstrekt indien de instelling die de palliatieve terminale zorg door vrijwilligers verleent:
- a.
geen zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet; dan wel
- b.
zorg of een andere dienst verleent als bedoeld onder a, mits de instelling ten hoogste 20 verpleegkundigen, gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft;
- c.
deel uitmaakt van een overkoepelende organisatie die zorg of een andere dienst verleent als bedoeld onder a, mits de overkoepelende organisatie:
- 1°
ten hoogste 20 verpleegkundigen, gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft; of
- 2°
meer dan 20 verpleegkundigen gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft en de instelling die palliatieve terminale zorg door vrijwilligers verleent zelfstandig opereert en ten hoogste 20 verpleegkundigen, gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft.
2.
Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
3.
Een instellingssubsidie wordt voor de periode van een boekjaar verstrekt. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.