NJ 2019/25
Niet-voldoen aan wettelijke verplichting als getuige (art. 192 Sr).
HR 11-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2277
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/01624
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154455:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2277, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Niet-voldoen aan wettelijke verplichting als getuige (art. 192 Sr).
Het hof kon oordelen dat de verdachte tijdens zijn verhoor als getuige geen (algeheel) beroep toekwam op het verschoningsrecht van art. 219 Sv. Het opzet hoeft niet te zijn gericht op het zich ten onrechte beroepen op een verschoningsrecht.
Samenvatting
Het hof heeft, zonder miskenning van art. 219 Sv, tot uitgangspunt genomen dat een getuige slechts dan conform die bepaling een beroep kan doen op het verschoningsrecht indien — mede in het licht van hetgeen door de getuige ter toelichting daarop is aangevoerd — aannemelijk is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.