PJ 2010/157
Uit ‘stilzitten’ kan in casu geen wijziging van de indexeringsafspraak worden afgeleid. Uitdrukkelijke instemming was vereist.
HR 23-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5262, m.nt. Prof. dr. E. Lutjens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04746
- Conclusie
A-G Mr. M.H. Wissink
- Noot
Prof. dr. E. Lutjens
- LJN
BL5262
- JCDI
JCDI:ADS874813:1
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL5262, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL5262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2010
- Wetingang
Art. 7:613 BW; art. 19 PW
Essentie
Uit ‘stilzitten’ kan in casu geen wijziging van de indexeringsafspraak worden afgeleid. Uitdrukkelijke instemming was vereist.
Samenvatting
Het Hof heeft aangenomen dat tussen werkgever Haliburton en haar werknemers een onvoorwaardelijke indexering is overeengekomen. De vraag is of dit later is gewijzigd in een voorwaardelijke indexering. De werkgever bepleit dat standpunt. Maar het Hof verwerpt dit standpunt met onder meer de overweging dat uit kort gezegd het stilzitten van de werknemers geen instemming met de wijziging naar een voorwaardelijke indexering mocht worden afgeleid, maar dat een uitdrukkelijke instemming was vereist.
Partij(en)
Arrest in de zaak van: Halliburton B.V., gevestigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.