RvdW 2019/245
Art. 141 lid 1 Sr. Motiveringsgebrek ‘openlijk’ geweld. Vechtpartij in woongebouw penitentiaire inrichting. Geen voor eenieder toegankelijke plaats.
HR 05-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:174
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 februari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/05226
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18124:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Penitentiair recht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:174, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1365, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Art. 141 lid 1 Sr. Niet toereikend gemotiveerd dat sprake is van ‘openlijk’ geweld. Vechtpartij in woongebouw penitentiaire inrichting. Geen voor eenieder toegankelijke plaats. Mogelijke aanwezigheid willekeurig publiek.
Samenvatting
Het hof heeft vastgesteld dat de geweldshandelingen zijn gepleegd in het woongebouw/paviljoen van een penitentiaire inrichting waar de verdachte als gedetineerde verbleef, en dat bij dat geweld enkele medewerkers van de penitentiaire inrichting en medegedetineerden aanwezig waren. Het op deze vaststellingen gebaseerde oordeel van het hof dat sprake is van ‘openlijk’ geweld, is — gelet op hetgeen de Hoge Raad met verwijzing naar HR 3 juli 2018, NJ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.