JWB 2002/356
Devolutieve werking van het appel, verrassingsbeslissing
HR 04-10-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5802
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 oktober 2002
- Zaaknummer
C01/023HR
- LJN
AE5802
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE5802, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE5802, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑10‑2002
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Devolutieve werking van het appel, verrassingsbeslissing
Samenvatting
Casus
Eiser heeft begin 1995 met betrokkene een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten terzake van het afbouwen van enkele opstallen. Betrokkene is zelfstandig bestuurder van verweerster. De werkzaamheden aan de opstallen zijn na betaling van de eerste betaaltermijn zonder opgaaf van redenen gestaakt. Eiser heeft vervolgens door derden de opdracht gegeven het bestek uit te voeren. Hij vordert betaling van verweerster van het meerbedrag dat hij aan de derden kwijt. De grond voor deze vordering tot schadevergoeding is een toerekenbare tekortkoming. Verweerster ontkent het bestaan van de overeenkomst en stelt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.