Einde inhoudsopgave
Rijnvaartpolitiereglement 1995
Artikel 4.06 Radar
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2023
- Bronpublicatie:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
1.
Een schip mag slechts gebruik maken van radar indien:
- a.
het is uitgerust met een radarinstallatie en een aanwijzer van de snelheid van de draaiing van het schip overeenkomstig artikel 7.06, eerste lid, van ES-TRIN. Dit is ook van toepassing op Inland ECDIS-apparaten die gebruik kunnen maken van Inland ECDIS met geïntegreerd radarbeeld voor het voeren van het schip (navigatiemodus). De apparatuur moet goed functioneren en van een type zijn dat voor de Rijn is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van één van de Rijnoeverstaten of van België. Een niet vrij-varende veerpont behoeft echter niet te zijn uitgerust met een aanwijzer van de snelheid van draaiing; en
- b.
zich aan boord een persoon bevindt die houder is van de overeenkomstig het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn geldige specifieke vergunning voor het varen met behulp van radar. Bij goed zicht mag echter van radar gebruik worden gemaakt teneinde hiermede te oefenen, ook zonder dat zich een zodanig persoon aan boord bevindt.
2.
Voor een duwstel en voor een gekoppeld samenstel is het eerste lid slechts van toepassing op het schip aan boord waarvan zich de schipper van het duwstel of van het gekoppeld samenstel bevindt.
3.
Een varend snel schip moet gebruik maken van radar.
4.
Een klein schip dat radar gebruikt, moet bovendien zijn uitgerust met een marifooninstallatie voor het schip-schip verkeer, die goed functioneert en voor ontvangst is ingeschakeld.