Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1131 inzake geldmarktfondsen
Artikel 41 Specifieke maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Inwerkingtreding
20-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Onverminderd de taken die bevoegde autoriteiten hebben gekregen overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG of Richtlijn 2011/61/EU, naargelang het geval, neemt de bevoegde autoriteit van een MMF of de beheerder van een MMF, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, de passende maatregelen als bedoeld in lid 2 indien een MMF of de beheerder van een MMF:
- a)
verzuimt een van de vereisten inzake samenstelling van activa na te leven, in strijd met de artikelen 9 tot en met 16;
- b)
verzuimt een van de portefeuillevereisten na te leven, in strijd met artikel 17, 18, 24 of 25;
- c)
- d)
gebruikmaakt van de benaming ‘geldmarktfonds’, ‘MMF’ of van een andere benaming die suggereert dat een icbe of abi een MMF is, in strijd met artikel 6;
- e)
verzuimt een van de vereisten inzake kredietkwaliteitsbeoordeling na te leven, in strijd met artikel 19 of 20;
- f)
- g)
2.
In de in lid 1 bedoelde gevallen houdt het optreden van de bevoegde autoriteit van het MMF voor zover nodig het volgende in:
- a)
het nemen van maatregelen om ervoor te zorgen dat het MMF of de beheerder van een MMF in kwestie de toepasselijke voorschriften blijft naleven;
- b)