Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1131 inzake geldmarktfondsen
Artikel 4 Vergunning van MMF's
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Inwerkingtreding
20-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In de Unie wordt geen instelling voor collectieve belegging als MMF gevestigd, verhandeld of beheerd tenzij hiervoor overeenkomstig deze verordening een vergunning is verleend.
Deze vergunning geldt voor alle lidstaten.
2.
Aan een instelling voor collectieve belegging waarvoor overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG voor het eerst een vergunning als icbe is vereist en waarvoor overeenkomstig deze verordening een vergunning als MMF is vereist, wordt een vergunning als MMF verleend in het kader van de icbe-vergunningsprocedure overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG.
Als een instelling voor collectieve belegging reeds een vergunning als icbe overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG heeft gekregen, kan zij een vergunning als MMF aanvragen volgens de in de leden 4 en 5 van dit artikel uiteengezette procedure.
3.
Aan een instelling voor collectieve belegging die een abi is en waarvoor overeenkomstig deze verordening een vergunning als MMF is vereist, wordt een vergunning als MMF verleend volgens de in artikel 5 ingestelde vergunningsprocedure.
4.
Aan een instelling voor collectieve belegging wordt geen vergunning als MMF verleend tenzij de bevoegde autoriteit van het MMF genoegzaam heeft vastgesteld dat het MMF in staat zal zijn te voldoen aan alle voorschriften van deze verordening.
5.
Voor de vergunning als MMF legt een instelling voor collectieve belegging haar bevoegde autoriteit de volgende documenten over:
- a)
het reglement of de statuten van het MMF, met vermelding van welk type MMF het is, te kiezen uit de in artikel 3, lid 1, vermelde types;
- b)
de identificatie van de beheerder van het MMF;
- c)
de identificatie van de bewaarder;
- d)
een beschrijving van het MMF of voor beleggers beschikbare informatie over het fonds;
- e)
een beschrijving van of informatie over de regelingen en procedures die nodig zijn om te voldoen aan de vereisten bedoeld in de hoofdstukken II tot en met VII;
- f)
elk ander gegeven of elk ander document dat de bevoegde autoriteit van het MMF verlangt om naleving van de voorschriften van deze verordening te controleren.
6.
De bevoegde autoriteiten informeren de ESMA elk kwartaal over de krachtens deze verordening verleende of ingetrokken vergunningen.
7.
De ESMA houdt een centraal openbaar register bij met de identificatie van elk MMF waaraan overeenkomstig deze verordening een vergunning is verleend, zijn type overeenkomstig artikel 3, lid 1, of het een kortlopend MMF dan wel een standaard-MMF is, zijn beheerder en de bevoegde autoriteit van het MMF. Het register wordt in elektronische vorm beschikbaar gesteld.