AB 2018/410
Provinciale ontheffing ten onrechte verleend wegens ontbreken van vereiste bijzondere omstandigheden. Vernietiging van ontheffing heeft terugwerkende kracht en heeft vernietiging van het plan tot gevolg.
ABRvS 03-10-2018, ECLI:NL:RVS:2018:3224, m.nt. R. Kegge
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
3 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. B.J. van Ettekoven, H. Bolt, E.J. Daalder
- Zaaknummer
201703699/1/R6
- Noot
R. Kegge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929840:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:3224, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 03‑10‑2018
- Wetingang
Art. 4.1a lid 1 Wro; art. 8:72 lid 2 Awb
Essentie
Het college heeft ten onrechte een ontheffing van de provinciale verordening verleend, aangezien algemene, vaak verwachte positieve effecten van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling geen bijzondere omstandigheden als bedoeld in art. 4.1a lid 1 Wro zijn.
Samenvatting
In de parlementaire geschiedenis is vermeld dat de ontheffingsmogelijkheid is bedoeld voor bijzondere, uitzonderlijke situaties die zich incidenteel voordoen, waarbij kan worden gedacht aan een innovatief project waarbij zwaarwegende maatschappelijke belangen een rol spelen. Uitgangspunt is blijkens de parlementaire geschiedenis dat in de provinciale regels zelf dient te worden geconcretiseerd in welke gevallen de regeling niet van toepassing is om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.