RvdW 2013/1061
Faillissement pandgever; beroep debiteur verpande vordering op verrekening; overeenkomstige toepassing van art. 53 lid 3 Fw. Verrekening met tegenvordering uit overeenkomst waarin arbitraal beding is overeengekomen; reikwijdte art. 1022 lid 1 Rv. Aanhouding in afwachting arbitrale uitspraak over gegrondheid tegenvordering.
HR 13-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7391
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 september 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.A. Loth, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
12/03035
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ7391, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ7391, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑05‑2012
- Wetingang
Art. 1022 Rv; art. 6:136 BW; art. 53 Fw
Essentie
Faillissement pandgever; beroep debiteur verpande vordering op verrekening; overeenkomstige toepassing van art. 53 lid 3 Fw. Verrekening met tegenvordering uit overeenkomst waarin arbitraal beding is overeengekomen; reikwijdte art. 1022 lid 1 Rv. Aanhouding in afwachting arbitrale uitspraak over gegrondheid tegenvordering.
Art. 1022 lid 1 Rv (inhoudende dat een beroep op onbevoegdheid van de rechter vanwege een arbitrage-overeenkomst voor alle weren moet worden gedaan) ziet alleen op het geval dat tussen de procederende partijen een arbitraal beding van toepassing is. Het arbitragebeding dat is ingeroepen door verweerster in cassatie (lasthebber van de pandhouder met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.