V-N 2018/4.11
Hoge Raad accordeert btw-constructie om voorbelasting op onderhoudskosten sportcomplex af te trekken
HR 01-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3037, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 2017
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
15/05302
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928059:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3037, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2015
- Wetingang
art. 15 Wet OB 1968
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de dienstverlening van X jegens D niet is aan te merken als de vrijgestelde verhuur van een sportcomplex. Ook is er geen sprake van schijnhandelingen of misbruik van recht.
Samenvatting
A, een tennisvereniging, huurt tot 31 december 2009 een sportcomplex van de gemeente Z voor € 45,38 per jaar. Omdat hoge renovatiekosten op stapel staan, wordt eind 2009, op instigatie van de gemeente, belanghebbende, Stichting X, opgericht. Vanaf 1 januari 2010 huurt X het sportcomplex van de gemeente en huurt A het voor € 40.000, plus 6% btw, per jaar van X. Hierbij is ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.