Einde inhoudsopgave
Besluit Tijdelijke wet Groningen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
11-06-2020, Stb. 2020, 198 (uitgifte: 24-06-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2020, Stb. 2020, 198 (uitgifte: 24-06-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Bodem
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
1.
Een voordracht als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de wet geschiedt op basis van een enkelvoudig advies aan de hand van een door het Instituut opgesteld functieprofiel van een door het Instituut ingestelde benoemingsadviescommissie.
2.
Het Instituut houdt bij het opstellen van het functieprofiel rekening met de onpartijdigheid van de leden van het Instituut alsmede met het streven naar een Instituut waarbij:
- a.
het Instituut als geheel beschikt over een diepgaande en actuele kennis van de aardbevings-problematiek in Groningen;
- b.
tenminste één lid beschikt over voldoende juridische kennis en ervaring; en
- c.
tenminste één lid beschikt over voldoende technische of bouwkundige kennis.
3.
Voor het opstellen van een functieprofiel voor de voorzitter van het Instituut worden belanghebbende partijen gehoord.
4.
De benoemingsadviescommissie bestaat uit tenminste drie leden, onder wie de voorzitter van het Instituut. Indien de vacature de functie van voorzitter van het Instituut betreft, maakt de plaatsvervangend voorzitter van het Instituut onderdeel uit van de benoemingsadviescommissie.
5.
Een vacature voor een lid van het Instituut en de te volgen selectieprocedure worden door het Instituut openbaar gemaakt.