Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling AMIF en ISF 2014-2020
Artikel 12 Subsidiabele kosten
Geldend
Geldend vanaf 21-07-2022
- Bronpublicatie:
08-07-2022, Stcrt. 2022, 19215 (uitgifte: 20-07-2022, regelingnummer: 4072135)
- Inwerkingtreding
21-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2022, Stcrt. 2022, 19215 (uitgifte: 20-07-2022, regelingnummer: 4072135)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Ter uitvoering van de subsidiabele activiteiten van het project komen voor subsidiëring uitsluitend de volgende kostensoorten in aanmerking:
- a.
directe loonkosten van een medewerker die in Nederland in loondienst is voor zover deze berekend zijn op basis van het aantal werkelijk gerealiseerde uren tegen een individueel berekend tarief op basis van het brutoloon, vermeerderd met een opslag van 32% van het brutoloon en waarbij het aantal werkbare uren per jaar is gesteld op 1.720 of wordt berekend op basis van de normale arbeidsduur per jaar in uren minus het wettelijk aantal vakantie-uren per jaar minus de nationaal erkende officiële vrije feestdagen per jaar in uren. Bij een parttime dienstverband wordt het aantal uren naar rato bepaald;
- b.
specifieke uitgaven in verband met doelgroepen;
- c.
reiskosten buitenland, verblijfskosten buitenland en kosten van een buitenlandtoelage voor uitgezonden medewerkers op basis van bedragen uit het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018 en de Aanvullende Cao Rijk Uitzendingen 2020–2024;
- d.
kosten van materieel;
- e.
kosten van onroerende zaken;
- f.
afschrijvingskosten, voor zover deze betrekking hebben op het eerste lid, onderdelen d en e;
- g.
overige externe kosten, met een minimum van € 200 per individuele post.
2.
De directe loonkosten, bedoeld in het eerste lid, onder a, worden verhoogd met een opslag van 15% ter dekking van de indirecte kosten.
3.
De kosten van de door een subsidieontvanger verrichte eigen arbeid ten behoeve van het project worden, indien een berekening overeenkomstig het eerste lid, onder a, niet mogelijk is, berekend door het aantal uren dat de betrokken persoon aan het project ten behoeve van deze activiteiten heeft gemaakt te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 39.
4.
De kosten van vrijwilligers worden berekend volgens de regels die zijn opgenomen in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.
5.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient voor opdrachten met een financieel belang van hoger dan € 20.000 de marktconformiteit aangetoond te worden. Voor opdrachten tot € 50.000 kan worden volstaan met een benchmarkprocedure. Voor opdrachten hoger of gelijk aan € 50.000 dient marktconformiteit te worden aangetoond door middel van een vergelijk van drie offertes, een niet-openbare aanbestedingsprocedure of een openbare aanbestedingsprocedure.
6.
In de kosten van een door een verbonden organisatie verrichte eigen arbeid ten behoeve van het project mogen geen winstopslagen opgenomen zijn. De door een privaatrechtelijke verbonden organisatie verrichte eigen arbeid ten behoeve van het project is slechts subsidiabel op basis van directe loonkosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.
7.
Onder een verbonden organisatie als bedoeld in het zesde lid wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie:
- a.
waarop de subsidieontvanger, dan wel een bij het project betrokken partij, direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen;
- b.
die direct of indirect een overheersende invloed op de subsidieontvanger, dan wel op een bij het project betrokken partij, kan uitoefenen; of
- c.
die, tezamen met de subsidieontvanger, dan wel met een bij het project betrokken partij, direct of indirect onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere organisatie uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften.
8.
Overheersende invloed als bedoeld in het zevende lid wordt vermoed, indien een organisatie direct of indirect, ten opzichte van een andere organisatie:
- a.
de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de organisatie bezit;
- b.
over de meerderheid van de stemmen beschikt die aan de door de organisatie uitgegeven aandelen zijn verbonden; of
- c.
meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de organisatie kan benoemen.
9.
De kosten, bedoeld in het eerste lid, zijn daadwerkelijk gemaakt en betaald, waarbij de kosten ten laste van het project zijn gebleven en rechtstreeks aan de uitvoering of het beheer van het project zijn toe te rekenen.
10.
Voor internationale organisaties is het eerste lid, onderdeel a, niet van toepassing. Voor internationale organisaties bestaan de directe loonkosten uit:
- a.
de eigenlijke salarissen, mits deze kosten het gebruikelijke loonbeleid van de subsidieontvanger weerspiegelen;
- b.
sociale zekerheidsbijdragen mits deze kosten het gebruikelijke loonbeleid van de subsidieontvanger weerspiegelen;
- c.
andere statutaire kosten, mits deze kosten het gebruikelijke loonbeleid van de subsidieontvanger weerspiegelen, en
- d.
voorzieningen ter dekking van statutaire verplichtingen en rechten in verband met de bezoldiging.
11.
Voor internationale organisaties is het tweede lid niet van toepassing. Voor internationale organisaties worden de directe projectkosten, bedoeld in het eerste en tiende lid, verhoogd met een opslag van 7% ter dekking van de indirecte kosten.
12.
Onverminderd de subsidievormen, genoemd in het eerste lid, komen de volgende kostensoorten tevens voor subsidiëring in aanmerking:
- a.
standaardschalen van eenheidskosten;
- b.
lump sums;
- c.
forfaitaire financiering, bepaald door een percentage toe te passen op een of meer gedefinieerde categorieën kosten.
13.
De minister stelt ambtshalve vast welke subsidievorm, bedoeld in het eerste of twaalfde lid, wordt toegepast, alsmede in hoeverre een eventuele combinatie van deze subsidievormen mogelijk is.