V-N 2019/43.11
Opzettelijk niet voldoen van BTW rechtvaardigt volgens A-G forse boete
HR (A-G) 18-07-2019, ECLI:NL:PHR:2019:781, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
18 juli 2019
- Zaaknummer
18/02775
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS79158:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:973, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
A-G Ettema is van mening dat een vooraftrekverzuim van de afnemer niet van belang is voor disculpatie of reductie, maar mogelijk wel voor de vraag of de vergrijpboete evenredig is. Het hof heeft het vooraftrekverzuim summier meegewogen in het straftoemetingsoordeel en hoefde dit als feitenrechter niet uitgebreid(er) te motiveren.
Samenvatting
X bv is eigenaar van een golfbaan die door een 100%-dochtervennootschap wordt geëxploiteerd. De huurovereenkomst is ingegaan op 1 november 2008, maar pas in april 2011 stuurt X bv een factuur met BTW naar de dochter. Bij een boekenonderzoek constateert de inspecteur dat X bv volgens haar eigen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.