Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/81/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of hulp hebben gekregen bij illegale immigratie
Artikel 9 Na de afgifte van de verblijfstitel verleende behandeling
Geldend
Geldend vanaf 07-08-2004
- Bronpublicatie:
29-04-2004, PbEU 2004, L 261 (uitgifte: 06-08-2004, regelingnummer: 2004/81/EG)
- Inwerkingtreding
07-08-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2004, PbEU 2004, L 261 (uitgifte: 06-08-2004, regelingnummer: 2004/81/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat houders van een verblijfstitel die niet over voldoende middelen beschikken, ten minste dezelfde behandeling krijgen als die waarin artikel 7 voorziet.
2.
De lidstaten verstrekken de noodzakelijke medische of andere bijstand aan onderdanen van derde landen die niet over voldoende middelen beschikken en bijzondere behoeften hebben, zoals zwangere vrouwen, gehandicapten en slachtoffers van seksueel of ander geweld en, ingeval de lidstaten gebruikmaken van de krachtens artikel 3, lid 3, geboden mogelijkheid, minderjarigen.