Ondernemingsrecht 2018/26
De Peeters/Gatzen-vordering: een typische faillissementsvordering of juist niet? De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie.
HR 08-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2269, m.nt. mr. L.F.A. Welling-Steffens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 september 2017
- Zaaknummer
16/02741
- Noot
mr. L.F.A. Welling-Steffens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928214:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1223, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:214, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑03‑2020
ECLI:NL:HR:2017:2269, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:427, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2016
Essentie
De Peeters/Gatzen-vordering: een typische faillissementsvordering of juist niet? De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie.
Partij(en)
Rosbeek q.q./BNP Parisbas Fortis
Uitspraak
1. Feiten
A oefent zijn deurwaarderspraktijk uit via zijn besloten vennootschap A B.V., waarvan hij enig aandeelhouder en bestuurder is. A B.V. houdt een betaalrekening aan bij Fortis in België en een kwaliteitsrekening bij de Rabobank in Nederland.
In september 2008 maakt A € 550.000 van de kwaliteitsrekening bij Rabobank over naar de betaalrekening bij Fortis. In oktober 2008 neemt A datzelfde bedrag in contanten van de betaalrekening op.
Op 23 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.