NJ 2021/4
Voorhanden hebben van vuurwapen en munitie, art. 26 lid 1 WWM. Oordeel dat verdachte wapen en munitie bewust aanwezig had en daarover kon beschikken niet onjuist.
HR 03-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1727, m.nt. H.J.B. Sackers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/02097
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
H.J.B. Sackers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS248789:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1727, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1030, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2020
- Wetingang
Art. 26 lid 1 Wet wapens en munitie
Essentie
Voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie achter een ventilatierooster in het dashboard van een auto waarin verdachte als bijrijder zat, art. 26 lid 1 WWM. Bewijsklacht voorhanden hebben. Oordeel dat verdachte het wapen en de munitie bewust aanwezig had en dat hij daarover kon beschikken is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Verdachte is veroordeeld wegens het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Dit vuurwapen met bijbehorende munitie is aangetroffen achter een ventilatierooster in het dashboard van de auto waarin verdachte als bijrijder zat. Op het vuurwapen is DNA-materiaal aangetroffen overeenkomende met het DNA-profiel van verdachte. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.