Hof Amsterdam, 07-02-2020, nr. 23-003329-18
ECLI:NL:GHAMS:2020:2498
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
07-02-2020
- Zaaknummer
23-003329-18
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2020:2498, Uitspraak, Hof Amsterdam, 07‑02‑2020; (Hoger beroep)
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2021:231
Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:693
Uitspraak 07‑02‑2020
Inhoudsindicatie
Belediging door in het gezicht te spugen. Vrijspraak vernieling. Voorwaardelijk verzoek.
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003329-18
datum uitspraak: 7 februari 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 september 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-109073-18 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 januari 2020.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.hij op of omstreeks 25 december 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [aangeefster], in haar tegenwoordigheid,
- mondeling, heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen: "I won't talk with you nigger", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking, en/of
- door feitelijkheden, heeft beledigd, door haar eenmaal of meermalen in het gezicht te spugen;
2.hij op of omstreeks 25 december 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [aangeefster] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Partiële vrijspraak feit 1
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzettelijk [aangeefster] heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen ‘I won’t talk with you nigger’ althans woorden van een gelijke beledigende aard en/of strekking,. Derhalve zal de verdachte van dit gedeelte van de tenlastelegging onder 1 worden vrijgesproken.
Vrijspraak feit 2
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Voorwaardelijk verzoek
De raadsman heeft ter terechtzitting het verzoek tot het horen van de reeds eerder – op de regiezitting van 20 maart 2019 – verzochte getuigen [aangeefster] en [getuige] herhaald. De raadsman heeft dit verzoek thans gedaan onder de voorwaarde dat het hof tot een bewezenverklaring komt en de verklaringen van voornoemde getuigen bezigt tot de bewijsmiddelen.
Het hof wijst het verzoek tot het horen van [aangeefster] en [getuige] als getuigen af, nu de noodzaak daartoe niet is gebleken en hun verklaringen slechts als steunbewijs dienen voor de in het proces-verbaal opgenomen foto (p. 13) waarop door het hof is waargenomen dat zich spuug bevindt op het voorhoofd en de bril van aangeefster [aangeefster].
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.hij op 25 december 2017 te Amsterdam, opzettelijk [aangeefster], in haar tegenwoordigheid, heeft beledigd, door haar in het gezicht te spugen.
Hetgeen onder 1 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging.
Strafbaarheid van de verdachte
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,- subsidiair tien dagen hechtenis, waarvan € 250,00 subsidiair vijf dagen hechtenis voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 door de politierechter bewezen verklaarde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door die rechter opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van [aangeefster] door haar in het gezicht te spugen. Dit is een ergerlijk feit dat voor de betrokken persoon buitengewoon grievend is. Het bespugen van een persoon is buitengewoon respectloos en onsmakelijk.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 266 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 (vijf) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. E. van Die en mr. A.R.O Mooy, in tegenwoordigheid van mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 februari 2020.
=========================================================================
[…]