BNB 2023/52
Rendementsgrondslag box 3. Mogelijkheid van een vermogenssanctie of van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel is geen schuld
HR 02-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1707, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2022
- Magistraten
Mrs. Wortel, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/04880
- Noot
E.J.W. Heithuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691329:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑12‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1707, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2022
- Wetingang
Art. 5.3 lid 3 Wet IB 2001
Essentie
Rendementsgrondslag box 3. Mogelijkheid van een vermogenssanctie of van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel is geen schuld
Samenvatting
Aan belanghebbende zijn (voorlopige) aanslagen IB/PVV opgelegd waarbij een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in aanmerking is genomen. Tot de rendementsgrondslag behoorden diverse in Zwitserland gehouden banktegoeden. Op die tegoeden is op vordering van de officier van justitie conservatoir verhaalsbeslag gelegd. Het Hof heeft te dier zake overwogen dat op de relevante peildata geen sprake was van een verplichting waaraan een waarde in het economische verkeer kan worden toegekend.
HR: Voor het bepalen van de rendementsgrondslag voor box ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.