Einde inhoudsopgave
Algemene Ouderdomswet
Artikel 62a [Opzegging verdrag bij wonen in buitenland]
Geldend
Geldend van 01-08-2017 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
17-05-2017, Stb. 2017, 213 (uitgifte: 29-05-2017, kamerstukken: 34571)
- Inwerkingtreding
01-08-2017, terugwerkend tot: 01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2017, Stb. 2017, 271 (uitgifte: 23-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
1.
De artikelen 8a, eerste lid, en 9a, eerste lid, zijn niet van toepassing op de pensioengerechtigde, op wie die artikelen als gevolg van de opzegging van een verdrag, de beëindiging van de voorlopige toepassing van een verdrag dan wel de beëindiging van een daarmee gelijk te stellen situatie van toepassing zouden worden, zolang de pensioengerechtigde blijft wonen in hetzelfde land of gebied als het land of gebied waar hij op de dag voor buitenwerkingtreding als gevolg van die opzegging respectievelijk op de dag voor de beëindiging woonde en blijft voldoen aan de voorwaarden voor het recht op ouderdomspensioen.
2.
De pensioengerechtigde die recht heeft op een inkomensondersteuning als bedoeld in artikel 33a, eerste lid, en wiens recht op de inkomensondersteuning uitsluitend zou eindigen als gevolg van de opzegging van een verdrag, de beëindiging van de voorlopige toepassing van een verdrag dan wel de beëindiging van een daarmee gelijk te stellen situatie, behoudt het recht op de inkomensondersteuning, zolang de pensioengerechtigde blijft wonen in hetzelfde land of gebied als het land of gebied waar hij op de dag voor buitenwerkingtreding als gevolg van die opzegging respectievelijk op de dag voor de beëindiging woonde en blijft voldoen aan de voorwaarden voor het recht op inkomensondersteuning.
3.
Onze Minister deelt mede ten aanzien van welk land of gebied, met inbegrip van de dag waarop, een verdrag als bedoeld in het eerste of tweede lid buitenwerking is getreden dan wel de voorlopige toepassing van een verdrag of een daarmee gelijk te stellen situatie als bedoeld in het eerste of tweede lid is beëindigd.