Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay inzake de bevordering en wederzijdse bescherming van investeringen
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1991
- Bronpublicatie:
22-09-1988, Trb. 1988, 148 (uitgifte: 18-11-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-08-1991, Trb. 1991, 123 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1)
Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld, dat aan de in hun onderscheiden landen hiertoe grondwettelijk vereiste procedures is voldaan, en zij blijft van kracht gedurende een tijdvak van 15 jaar.
2)
Tenzij door een van beide Partijen ten minste zes maanden voor het vervallen van haar geldigheid kennisgeving van opzegging wordt gedaan, wordt deze Overeenkomst stilzwijgend verlengd voor telkens een volgend tijdvak van 10 jaar, waarbij iedere Overeenkomstsluitende Partij zich het recht voorbehoudt de Overeenkomst te beëindigen, nadat zij ten minste zes maanden voor het verstrijken van de lopende termijn van geldigheid van dit voornemen kennis heeft gegeven.
3)
Ten aanzien van investeringen die zijn verricht voor de datum van beëindiging van deze Overeenkomst, blijven de voorgaande artikelen van kracht gedurende een tijdvak van nog eens 15 jaar te rekenen vanaf die datum.
4)
Met inachtneming van de in het tweede lid van dit artikel genoemde opzegtermijn is de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden gerechtigd de toepassing van deze Overeenkomst ten aanzien van één van de delen van het Koninkrijk afzonderlijk te beëindigen.