RCR 2011/62
Nakoming. Mag de rechter van een algemene formule uitgaan bij beantwoording van de vraag of met het aangaan van een effectenleaseovereenkomst sprake is van een onaanvaardbaar zware last deelnemer?
HR 29-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4012 (Van der Heijden/Dexia)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/01279
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BP4012
- Roepnaam
Van der Heijden/Dexia
- JCDI
JCDI:ADS909055:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4012, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP4012, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑02‑2010
- Wetingang
Essentie
Nakoming.
Mag de rechter van een algemene formule uitgaan bij beantwoording van de vraag of met het aangaan van een effectenleaseovereenkomst sprake is van onaanvaardbaar zware last deelnemer? Is het telkens tekortschieten in de nakoming van bijzondere zorgplichten bij opeenvolgende verliesgevende en winstgevende transacties aan te merken als ‘eenzelfde gebeurtenis’?
Samenvatting
Van der Heijden is een aantal effectenleaseovereenkomsten voor bepaalde tijd aangegaan met een rechtsvoorgangster van Dexia, Bouwhuis is één effectenleaseovereenkomst aangegaan (zie HR 29 april 2011, RCR 2011/61, LJN BP4003 (Bouwhuis/Dexia). Ingevolge deze overeenkomsten heeft zowel Van der Heijden als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.