RvdW 2019/164
IPR. Erkenning Russisch faillissement (Yukos Oil); strijd met openbare orde; schending fundamentele rechtsbeginselen; verbod van révision au fond. Niet-uitputting rechtsmiddelen in land van herkomst beslissing. ‘Besmetting’ faillissementsvonnis door daaraan voorafgaande Russische procedures?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/03826
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:54, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1017, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2018
ECLI:NL:HR:2018:221, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:40, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑08‑2017
- Wetingang
Essentie
IPR. Erkenning Russisch faillissement (Yukos Oil); strijd met openbare orde; schending fundamentele rechtsbeginselen; verbod van révision au fond. Niet-uitputting rechtsmiddelen in land van herkomst beslissing. ‘Besmetting’ faillissementsvonnis door daaraan voorafgaande Russische procedures?
Samenvatting
Nederland is niet gebonden aan een internationale regeling op grond waarvan het tot erkenning van het Russische faillissementsvonnis is gehouden. Die erkenning wordt daarom beheerst door het commune internationaal privaatrecht. In deze procedure spelen voor erkenning alleen de voorwaarden (ii) en (iii) van HR 26 september 2014, NJ 2014/478, m.nt. Th.M. de Boer (Gazprombank) een rol, namelijk dat ...